dinsdag 12 oktober 2004
Western op Wielen
Tarzan,
01:11
Geen andere Australische films hebben zo'n grote, wereldwijde invloed gehad op de cinema en de popcultuur als George Millers drie Mad Max-actiefilms. De eerste Mad Max (1979) werd gemaakt voor een half miljoen dollar en bracht wereldwijd honderd miljoen dollar op, maar inspireerde ook successen als John Carpenters Escape from New York (1981) en een hele trits aan Italiaanse rip-offs, waarvan 1990: Bronx warrriors het in 1982 pardoes tot nummer vijf van de Variety-hitlijst schopte. Mad Max maakte het postapocalyptische chic: in mode en popcultuur omarmde men de postpunk-look van bij elkaar geschraapte vodden - denk nog maar eens aan een clip als 'Wild boys' van Duran Duran en u weet het weer. En natuurlijk werd hoofdrolspeler Mel Gibson op slag een wereldster als Mad Max Rockatansky. Maar dat is niet het belangrijkste punt dat de Australische veelschrijver Adrian Martin (ook bekend van het boek 'Movie mutations' dat hij met Jonathan Rosenbaum opzette) met dit boekje wil maken. Hij betoogt dat regisseur George Miller met zijn 'westerns op wielen' cinema in de puurste zin des woords maakte en weerlegt de kritiek dat de Mad Max-films inhouds- en betekenisloosloos zouden zijn (een criticus sprak destijds van 'doodsporno'). Daartoe zet Martin een uitgebreide shot-voor-shot-analyse op van Millers technieken, zoals de spectaculaire montage en het gebruik van geluidseffecten van de eerste film. Bonuspunten zijn de goede en soms fascinerende citaten van Miller, die aangeven dat de cineast (door Mel Gibson als 'Einstein' omschreven) ieder aspect van het filmmaken tot in zijn porieën heeft zitten. Martin kiest de eerste Mad Max als zijn favoriet, waar de gangbare mening is dat deel twee (The road warrior) de beste van het trio is, en dat deel drie (Beyond Thunderdome) een interessante mislukking genoemd moet worden. Het zijn vooral de trendsettende aspecten van deel één die hem daartoe doen besluiten. Hier introduceerde Miller de postapocalyptische look, die hij later met het begrip 'pop pageantry' treffend omschreef. Bovendien bewees hij zich als een uitzonderlijk lineaire filmmaker: het consequent vasthouden van een verhaallijn, van begin tot eind, zorgt er bijvoorbeeld voor dat held Mel Gibson zo goed uit de verf komt (Martin: 'he is the sole and supreme organising principle of the fiction'). Martin trekt hierbij een vergelijking met het vroege werk van Raoul Walsh, dat eveneens een schijnbaar primitief maar uiterst doeltreffend ritme kende. Uiteraard ontkomt Martin er niet aan om ook vergelijkingen met Millers naar Hollywood overgewaaide landgenoten als Bruce Beresford, Phillip Noyce en Peter Weir te maken. Dat levert als belangrijkste constatering op dat Miller, als zoon van Griekse immigranten, vooral een zeer visuele interesse in Australië aan de dag legde, iets dat in Martins analyse van diens 'horizontale' en 'verticale' kijk op landschappen wat geforceerd overkomt. Intussen is de productie van het langverwachte Mad Max 4: Fury road stilgelegd. Het is jammer dat Martin vanwege zijn deadline niets over dit dure debacle - alleen al Gibsons salaris zou 35 miljoen dollar bedragen - heeft kunnen vertellen. Maar in noodgevallen hebben we altijd weer de goedgebekte Miller, die tijdens de pre-productie in een BBC-interview opmerkte: "Who'd have thought 20 years ago that people would one day be nostalgic for the apocalypse?" Bron: Filmkrant maart 2004 We zijn natuurlijk op zoek naar dit boek, we hebben echter nog geen leverancier of distributeur kunnen vinden in Nederland.
|
Online for 8244 days
Last modified: 13-12-10 05:30 Status
You are not logged in
... Login
Main Menu
... Antville.org
Search
Calendar
Comments
|